De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
|||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Reageren...Re: Vergelijkingen en ongelijkhedenWaarom is het bij het negatieve voorbeeld van $sin(x)=1\frac{1}{6}\pi$? Je moet toch $2\pi--\frac{1}{6}\pi$ doen dus dan is het toch $2\pi+\frac{1}{6}\pi$=$2\frac{1}{6}\pi$? AntwoordIk denk dat het idee is dat je weet dat $sin(\frac{1}{6}\pi)$ gelijk is aan $\frac{1}{2}$. Dus als $sin(x)=-\frac{1}{2}$ dan is $sin(x)=-sin(\frac{1}{6}\pi)$. Je weet ook dat $-sin(x)$ gelijk is aan $sin(-x)$, zodat $sin(x)=sin(-\frac{1}{6}\pi)$. Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt! |